Kerken moeten de luiken opengooien!

De coronacrisis een kans voor de kerk? Misschien is het vooral een kans om eindelijk eens de kop buiten de deur te steken, en verder te kijken dan het streamen van de wekelijkse kerkdienst.

Op Facebook las ik een post van de zoveelste enthousiasteling die de coronacrisis een kans voor de kerk noemt. Wie dat luchthartig beweert, moet in deze dagen eens in een overvol ziekenhuis gaan kijken. Je noemt de Australische bosbranden toch ook geen zegen voor de brandweer?

Nee, wat ik via de (social) media voorbij zie komen aan zogeheten kansen van de kerk, zijn veelal mogelijkheden die geloofsgemeenschappen altijd al hadden. Alleen: door de crisis gaan hun ogen ervoor open. De zorg voor de armen, kwetsbaren en eenzamen, voor kinderen in de knel, zogenoemde ‘kansarme’ jongeren.

Het aantal Rotterdammers dat een beroep doet op de bijstand zal binnen afzienbare tijd verdubbelen

Doordat ik lid ben van het armoedeplatform in Rotterdam kreeg ik inzage in de eerste resultaten van een onderzoek naar de sociaaleconomische gevolgen van de crisis. Ik ben me rot geschrokken. Het aantal Rotterdammers dat een beroep doet op de bijstand zal binnen afzienbare tijd verdubbelen.

Het vereist weinig fantasie om je voor te stellen wat dat betekent: werkloosheid, armoede, psychosociale klachten, huiselijk geweld, enzovoorts. Negatieve spiralen, treurige statistieken.

Kerkdienst

De cijfers spookten nog door mijn hoofd toen ik deze week aanschoof voor een regulier collegiaal overleg met predikanten uit de stad. Aan deze tafel was de voortgang van de kerkdienst in coronatijd verreweg het belangrijkste thema. Oef, dat was even schakelen. Ik kon maar ternauwernood de neiging onderdrukken om een paar luiken open te trappen. Steek je kop eens buiten de deur!

Buiten de deur – dat is voor mij Bospolder-Tussendijken en Spangen, mijn werkterrein als missionair pionier. Om een indruk te geven volstaan twee cijfers: in de ranking van armste postcodegebieden in Nederland staan ze op respectievelijk de tweede en vijfde plaats. Een op de drie inwoners leeft op of onder de armoedegrens. Kansarme mensen, in de volksmond.

We runnen in dit stadsdeel de weggeef-supermarkt Yess!, waarmee we honderd tot 150 buurtbewoners in hun eerste levensbehoeften kunnen voorzien. Als sociale onderneming werven we fondsen en middelen om kinderen op scholen in de buurt een gezond ontbijt te geven. En op zondag is er tussen de kratten en dozen een viering. Want zoals gezegd, Yess! is een plek voor eerste levensbehoeften.

Parallelle werelden

Het lijken parallelle werkelijkheden: kerken die vooral binnen hun muren druk zijn met corona én geloofsgemeenschappen die de handen vol hebben aan de crisis daarbuiten. Toch zijn we leden van hetzelfde lichaam.

Soms, als ik me suf pieker waar ik het geld en hulpmiddelen vandaan moet halen om de nood te lenigen, denk ik aan al die kerken ver van de coronabrandhaarden, met goedgevulde bankrekeningen en stationair draaiend gemeenteleven. Of ik denk aan een vergrijsde geloofsgemeenschap met een vermogen aan ‘oud geld’.

Kunnen we geen dwarsverbanden creëren? Zou een partnerschap geen nieuw elan kunnen doen ontvlammen? En zou het contact niet de ogen kunnen openen voor de nood in de eigen omgeving? Alweer: mogelijkheden die we altijd al hadden, maar die in het licht van de crisis opeens kansen heten.

Ik ben er voor in. Intussen ga ik er weer vol tegenaan. Dit houdt me op de been: als je met het evangelie op pad gaat is niemand kansarm.

Nico van Splunter is wijkpastor en pionier (IZB) in Bospolder-Tussendijken (Rotterdam). Deze column werd gepubliceerd op www.hetgoedeleven.nl.

Deel dit bericht